Het is heerlijk weer, zit met een macchiato en krantje in de tuin van de eerste lentezon te genieten en kijk mijn Drent indringend aan. Zij kijkt even indringend terug en ik voel me heerlijk, maar hoe komt dat? Is het de koffie, de zon of toch….. die trouwe ogen van mijn alweer 10-jarige Drente-mevrouw?

ogen Pepper

Sinds een paar dagen weten we het: het zijn die ogen die me aankijken!

De afgelopen dagen hebben verschillende dagbladen (NRC, Volkskrant) bericht over het onderzoek van Japanse onderzoekers van de Azabu University (Science, 17 april 2015) waarin werd duidelijk gemaakt dat het oxytocine, het zogeheten Knuffelhormoon, door ons lijf giert als onze honden ons lang aankijken: hoe meer oogcontact tussen hond en baas, hoe hoger bij beiden de concentratie van het knuffel- ofwel vertrouwenshormoon oxytocine!
Dit is een vergelijkbaar effect dat kinderen, met hun relatief grote ogen, op mensen hebben: door naar ze te kijken voelen we ons gelukkiger en gaan we meer van ze houden.

Twee experimenten

Meer kijken -> meer oxytocine

In het eerste experiment (30 honden en 11 tamme wolven) werd urine van zowel de bazen, de honden als de wolven verzameld: zowel voor het experiment als 30 min na het experiment. De urine werd gebruikt voor het meten van de hoeveelheid oxytocine in het bloed.
De bazen moesten drie verschillende dingen doen (in verschillende trials van de experimenten):

  • kijken
  • aaien
  • praten

De opzet van de experimenten was eenvoudig:

  1. Meet de hoeveelheid oxytocine bij mens en hond
  2. Stop ze in een kamertje en meet hoe vaak en hoe lang ze elkaar echt aankijken als je:
    • Naar ze kijkt
    • Ze aait
    • Met ze praat
  3. En meet weer bij beiden de hoeveelheid oxytocine.

Dit doe je dan bij een groot aantal combinaties en je kijkt of er een verband is tussen de hoeveelheid “aankijktijd” door de hond en de hoeveelheid oxytocine.

ogen Pepper

Afbeelding 1: Hier de grafiek met de hoeveelheid “aankijktijd”: 110 sec voor de lang-staarders, 37 sec voor de kort-staarders en ongeveer nul voor de wolven.
Blauw voor staren naar, rood voor aaien van, grijs voor praten tegen de hond.

Verandering van het knuffelhormoon

De koppels bazen en lang-starende honden vertoonden de grootste verandering in de hoeveelheid oxytocine. Bij de bazen werd 3,5 keer zo veel oxytocine gemeten en bij de lang-starende honden 1,3 keer zo veel. Bij de kortstarende honden en de wolven werden geen tot nauwelijks veranderingen in de hoeveelheid hormonen aangetroffen.

ogen Pepper

Afbeelding 2: De verandering van de hoeveelheid oxytocine. 1 is geen verandering. Rood is de verandering in de dieren, blauw in die van de bazen

De resultaten lijken te suggereren dat wolven nauwelijks naar hun bazen kijken. Ze gebruiken het “wederzijds” staren voor hun onderlinge sociale communicatie maar niet voor die met “ons” mensen; daarmee vermijden ze juist het oogcontact. Het wederzijds staren tussen mens en hond is waarschijnlijk langzaam geëvolueerd tijdens de domesticatie van de hond. Honden die veel staarden riepen net als kleine kinderen “warme” gevoelens op bij de mensen en werden wellicht beter behandeld en beter gevoed: honden die staarden hadden dus waarschijnlijk een hoger overlevingskans! Opvallend is nog dat zowel het aaien van en het praten tegen wolven ook een groot effect heeft; alleen aankijken heeft geen zin als je de wolf gelukkig wilt maken.

Helemaal verassend was de uitkomst van dit experiment ook weer niet want al langer is bekend dat honden en hun bazen via de ogen communiceren. Bij een eerdere studie moesten in verschillende experimenten honden en wolven een moeilijke taak uitvoeren. Als het niet 1-2-3 lukte “vroegen” de honden hulp aan hun bazen door ze aan te kijken: hoe nu?

Meer oxytocine -> meer kijken

Uit het eerste experiment bleek dus dat het wederzijds staren met honden die daar gevoelig voor waren, zowel bij de hond als bij de baas een lekker gevoel geeft. Maar werkt het ook andersom? Dwz, gaan de honden ons meer aankijken als je ze wat extra knuffelhormonen geeft en zo ja krijgen dan ook andere mensen dan de baas meer van dat knuffelhormoon? Omdat uit te zoeken werd een tweede experiment gedaan met 27 vrijwilligers met hun honden en menselijke deelnemers die geen relatie met de honden hadden.

De honden kregen een dosis oxytonine of een gelijke dosis zoutoplossing (placebo effect) en gingen de kamer binnen waar hun baas en een aantal voor de hond vreemde mensen zaten. De mensen mochten de hond niet bewust aaien en niet praten tegen de hond of met elkaar. Bij de mensen werd zowel voor als na het experiment de hoeveelheid oxytocine in het bloed gemeten. Van de honden werd gemeten hoe lang ze naar hun baas of naar de andere mensen staarden.

Het effect van toegevoegde oxytocine was significant, maar opvallend genoeg waren het de “dames” die na een snufje vaker naar hun baas gingen zitten kijken – op de heren had geen noemenswaardig effect (waarover later meer).

ogen Pepper

Afbeelding 3: Aankijktijd in seconden van de baas met (blauw) en zonder (rood) oxytocine en van vreemden met (grijs) en zonder (geel) oxytocine voor reuen en teven.

Het is opvallend dat de teven sowieso meer naar de baas kijken maar of dat significant is, is niet duidelijk.

Het sexe verschil werd niet gevonden bij het eerste experiment maar daar waren geen vreemde mensen bij. Van oxytocine is bekend dat het mogelijkerwijs de agressie/waakzaamheid stimuleert en een mogelijke verklaring voor het afwijkend gedrag van de reuen is daarom dat het toegediende hormoon behalve meer affectie richting baas ook meer waakzaamheid richting vreemdelingen veroorzaakte. Maar de proef was te kleinschalig om hier een duidelijke uitspraak over te doen.

Conclusie

Het elkaar aanstaren van honden en hun bazen leidt bij beiden tot een verhoging van het knuffelhormoon oxytocine en versterkt de hechting tussen mens en hond. Bij de wolf,  de dichtstbijzijnde familie van de hond, werkt dit sociale hechtingsmechanisme blijkbaar niet; zelfs niet als de wolven door mensen zijn opgevoed. Het systeem moet dus zowel bij de honden als bij de mensen tijdens de domesticatie van de hond (laatste 30.000 jaar) zijn ontstaan. Het gevonden effect is min of meer gelijk aan dat bij ouders en kinderen. Ook daar wordt de onderlinge band versterkt door het knuffelhormoon oxytocine dat geproduceerd wordt het aankijken van elkaar.

Een reden te meer om uw Drent maar weer eens flink aan te kijken :-)


 

  • Laatste aanpassing website: maandag 22 januari 2024, 09:40:03.
  • Copyright @2023 Arjan van Hessen