Sinds 1998 werk ik op de Universiteit Twente, vakgroep Informatica (EWI), als onderzoeker Taal- en Spraaktechnologie. Lag de eerste jaren het accent vooral op het binnenhalen en werkend krijgen van (goed) werkende spraakherkenners waarmee allerlei experimenten op het gebeid van mens-machine communicatie gedaan konden worden, later verschoof dat naar het zo goed mogelijk herkennen van de spraak in reeds opgenomen gesprekken. In eerste instantie waren dat TV-journaals, later kwamen daar de interviews en dan met name de Oral History interviews bij.
Oral History interviews zijn opgenomen gesprekken waar een geinterviewde vertelt over gebeurtenissen uit zijn/haar verleden. De meeste interviews in onze projecten, zijn in het Nederlands, maar in toenemende mate komen daar ook andere talen bij. Zo hebben we van 2010 tot 2014 in het kader van het MATRA-project 700 video's opgenomen in het Servo-Kroatisch (600 in Kroatië en 100 in Bosnië).
Doel van het herkennen is het mogelijk maken de interviews fijnkorrelig te ontsluiten waarbij in principe op elk gesproken woord gezocht moet kunnen worden.
Mijn "vaste" dag op de UT is maandag (kamer 2039, Zilverling), maar ik ben er eigenlijk nooit. Het meeste werk dat ik voor de UT doe, is het bezoeken van organisaties voor het opzetten van projecten, het geven van lezingen, het schrijven van onderzoeksvoorstellen en (af en toe) college geven. Behalve dat college geven, kan alles achter de laptop vanuit huis gedaan worden.