Als klein kind had ik 2x / jaar (verjaardag & Sinterklaas) dezelfde wens: een hond! Helaas had moeder Sacha daar geen zin in en werd ik afgescheept met "later". Vanaf mijn 16de werd deze wens naar de achtergrond geduwd door andere zaken, maar zo'n 30-jaar later kwam ie in alle hevigheid terug. Maar wat voor hond dan? Een mooie Friese Stabij van een toevallige bezoekster in de Biltsche Hof, het verzorgingshuis waar vader Jan toen verbleef, deed het verlangen weer hevig opspelen en ik begon met een zoektocht naar "een geschikte hond". José, de nicht van Brigitte en al jaren fokster van herdershonden, leende ons een hondenboek uit en wees ons, na wat heen-en-weer gevraag, op het bestaan van de Drentsche Patrijshond: een intelligente, eigenwijze jachthond die ook zeer geschikt is als huishond. En zo geschiedde.
Ik ging op zoek naar fokkers van Drentsche Patrijshonden en kwam eind 2005 terecht bij Jaap Hoeksema: op dat moment de grootste fokker van Drenten. Hij begreep onze wens om met een wat oudere hond te beginnen (we woonde op de tweede etage en het 3x-daags op-en-neer lopen is voor de ontwikkeling van de heupen van een pup niet zo goed) en beloofde eens wat rond te kijken. In januari belde hij. Hij had een teefje dat in eerste instantie bedoeld was voor de fok. Helaas had ze een aantal schoonheidsfoutjes (een te lange neus, een Franse voorstand (=platvoeten)) en daarom wilde hij er niet mee fokken. Maar als wij wilden.....
Eerst echter, wilde hij mij eens ontmoeten omdat hij z'n honden niet aan de eerste de beste mee gaf. Vond het toen een beetje raar maar begreep achteraf dat het en volstrekt nornaal en ook heel verstandig is om een levend iets als een hond, niet zomaar aan de eerste-de-beste mee te geven.
Zo toog ik op een dinsdagochtend 14 februari 2006 naar Exloërveen (Drenthe) voor een solliciatatiegesprek en om kennis te maken met fokker Jaap, de Drent Pepper en, naar later bleek, de fascinerende wereld van de Drentsche Patrijshonden.
Na aankomst eerst koffie en een plezierig gesprek en toen was daar het moment: een dolenthousiaste Drent stoof de kamer binnen, sprong op schoot en begon mij heftig af te likken en kopstootjes te geven. Ik was enigzins beduusd maar vond het wel erg leuk. Pepper had een licht-oranje waas over zicht. Jaap legde uit dat dat kwam doordat het filter van de grondwaterpomp kapot was waardoor het water voor de honden te veel ijzer bevatte. Het filter was nu gerepareerd en als ik Pepper over 10 dagen zou komen ophalen, dan was het oranje er wel van af. Maakte mij helemaal niets uit en het liefst had ik haar direct mee naar huis genomen, maar de afspraak was om dat eind februari samen met Brigitte te gaan doen.
En zo kregen we 25 februarie 2006 onze eerste hond: Pepper fan’t Suydevelt, een Drentsche Patrijshonden teef van 11 maanden oud. Pepper, bleek eigenlijk nog niet echt opgevoed. Autorijden, aan de riem lopen, traplopen, de stad : allemaal zaken waar ze nog niet aan gewend was. Zo heeft het meer dan een jaar geduurd, voor Pepper zo gewend was aan autorijden dat ze niet steeds weer zat te kotsen bij 2 of meerdere bochten. Traplopen (wat noodzakelijk was in ons huis) hebben we haar echt moeten leren en de prikkels van de grote stad (=Utrecht) zorgden in het begin voor een soms over-enthousiaste hond die niet altijd raad wist met zichzelf.
Wel was Pepper makkelijk. Alleen de eerste nacht heeft ze gepiept en daarna nooit meer. Ze was behoorlijk robuust en had een een groot vertrouwen in zichzelf en haar omgeving.
En zo begonnen 11 intensieve en enorm plezierige jaren met onze Drent Pepper.