In 1964 kwamen Jan en Sas de kinderen (Jeroen was er net) vertellen dat we naar Bilthoven gingen verhuizen. Het was een groot huis aan een drukke weg en er moest nog een en ander aan gedaan worden. De verbouwing was niet echt een groot succes. Door een zeker wantrouwen tov "de aannemerij" besloten ze de verbouwers op uur-basis in te huren hetgeen tot grote ergenis leidde wanneer de bouwvakkers een rustig aan de koffie zaten. Door "gedoe" was het huis nog niet klaar toen we er in 1965 in trokken hetgeen bij vooral Sacha tot een enorme hoop frustratie leidde: wij, de kinderen, vonden het heerlijk om in de houtkrullen in de gang te spelen.
Links van ons (de andere helft van de 2-onder-een-kapper) woonde de fam. van der Wal. Een van oorsprong Groningse familie met 4 kinderen in onze leeftijd. Vader vd Wal was een handige "zakenman" hetgeen tot de nodige conflictjes over de erfscheiding heeft geleid. Niets serieus en het contact is altijd goed gebleven, maar toch.... De 3 jongens waren nogal druk. Vooral de oudste, Leo, was een probleem geval. Te veel agressie, onbeheerst gedrag en meer. Op zijn agressie-therapie mocht hij met glazen en potten gooien: dat vonden wij dan wel weer spannend! De van der Walletjes waren (streng) gereformeerd en mochten, ook bij heel warm weer in de zomer, zondags niet zwemmen. Wij vonden dat heel vreemd en bestookten ze met allerlei vragen als: "en als je in een boot zit en die gaat zinken. Mag het dan wel?" Hoe dan ook: Paulien en Jeroen hebben veel met hen (Jeanette en Dirk&Alex) gespeeld. De precies 1 jaar oudere Leo was mij te agressief en we hadden eigenlijk geen gezamelijke interesses. Gelukkig hadden we nog andere buren.
Rechts van ons woonde mevr. Slot, een weduwe met, toen ons huis gekocht werd, 3 kinderen die net iets ouder waren dan wij. In de periode tussen de koop van en het daadwerkelijk intrekken in de nieuwe woning, liep de oudste dochter achter een bal de Soestdijkseweg op. Door de enorm dikke beuken kon een automobilist het meisje niet zien met alle gevolgen van dien. Sacha heeft daar jarenlang nachtmerries over gehad en als eerste werd er een stevig hek met poort aan de straatkant geplaatst en werd ons kinderen tot in den treure verteld niet de straat op te rennen.
Zoon Geert Slot (2 jaar ouder dan ik) werd een soort leermeester voor mij: hij was misdienaar en leerde mij, toen ik ook mocht, alles wat je hierover moest weten. Ook was hij erg handig met radio's en al snel hadden wij een "radioverbinding" tussen onze kamers gemaakt.
De eerste verbinding ging met een vliegertouwtje en 2 blikken Ovalmaltine. Als je het touwtje hard aanspande en in het blik sprak, kon de ander het horen door het blik als een grote koptelefoon, op z'n oor te zetten. De opa van Geert, die naast hen woonde (op 81) had nog veel radio-spullen (kabels, koptelefoons, zenders) uit de oorlog en daarmee werd de tweede verbinding gemaakt. Die ging van mijn kamer op zolder naar beneden, door een zelf gegraven sleuf naar de voorkant van hun huis en dan naar zijn zolderkamer.
Maar ja, zoveel heb je elkaar (als jongens) niet te melden, dus toen bleek dat het eenmaal werkte, was de lol er snel af. Maar de kabels lagen er nog en snel daarna werden die gebruikt voor een radio-verbinding. Geert luisterde toen al naar "piraten" als Radio Luxemburg en heeft het signaal op de kabel gezet zodat ik 's avonds in bed met hem mee kon luisteren. De 2 jaar oudere Geert ging in Utrecht naar de middelbare school en was veel eerder dan ik geinteresseerd in "meisjes". Vanaf mijn 12de verwaterde het contact dan ook een beetje en na de verhuizing naar de Sweelinckstraat helemaal.