Al sinds mijn kindertijd wilde ik een hond: een echte met veel haar en flaporen! Volgens de verhalen van mijn moeder hadden zij vroeger zo'n hond en als kind heb ik heel lang met zo'n "knuffel" gezeuld. Achteraf beschouwd, leek die knuffel (Bello genaamd, net als de hond van mijn moeder) al een beetje op een Drent, zij het dan dat de kleuren wit en groen waren (ipv wit en bruin).
Opzoek naar een hond
Tijdens de studentenjaren kwam het er niet van, maar zo rond 2004 (gesetteld met vrouw, huis, baan en auto) begon het toch weer te kriebelen. Vader Jan zat in het verpleeghuis "de Biltschehof" en daar zag ik tijdens een bezoek op zondagochtend, een bezoekster met een in mijn ogen, erg mooie (zwart-witte) hond; bleek een Friese Stabij te zijn. Brigitte vond hem veel te klein (een soort rolmops) maar het (honden)balletje was gaan rollen. In de maanden erna ben ik gaan rondkijken op zoek naar "zoiets" maar dan groter.
De Weimaraner kwam lang (die met haren is mooi, die kale versie minder) maar dat bleek volgens de kenners als eerste hond een minder geschikte keuze. Via José Janssen, nicht van Brigitte, werden we gewezen op de Drentsche Patrijshond. Minder rolmops en net iets groter dan de Stabij, en erg mooi om te zien. Ook de beschreven karaktereigenschappen leken mij/ons goed te passen.
Drentsche Patrijshond
Ok, het zou dus wellicht een Drent kunnen worden, maar hoe doe je dat? Via de website van de Vereniging (VDPH) en die van verschillende fokkers, kwam ik uit bij ene Jaap Hoeksema (uit Drenthe). De stoute schoenen aangetrokken en gebeld. Wij woonden toen nog op de Poortstraat 79 en hadden onze woonkamer op zolder (daaronder slapen en werken op de beganegrond). De hond zou dus moeten trappenlopen en een pup, waarbij dat het eerste jaar eigenlijk niet mag ivm de heupen, lag dus minder voor de hand.
De situatie aan dhr. Hoeksema uitgelegd. Hij begreep het, was het er mee eens en zou eens wat gaan rondkijken voor een zogeheten "herplaatser".
Na enige zoeken had hij er zelf een in de aanbieding: een teefje waarmee hij aanvankelijk zou willen gaan fokken maar dat niet aan de vereiste schoonhiedsidealen bleek te voldoen: een te lange en spitse neus (een Setter-neus) en een Franse Voorstand (platvoeten). Dat laatste bleek, anders dan aanvankelijk gezegd, toch wel een serieus gezondheidsdingeteje te zijn (nl. Elleboog Displasie) maar dat wisten we toen nog niet.
Pepper
Exloërveen (Drenthe) komen ophalen. Op deze manier kregen we onze eerste hond: een 11 maanden oude Drentsche Patrijshond-puber. Pepper, zoals ze heette,was eigenlijk (nog) niet opgevoed, had nog nooit auto gereden, nooit aan de riem gelopen en het fenomeen trappen was volstrekt nieuw voor haar. Toch bleek het een geweldige hond, die ons (en vooral mij) voor altijd verliefd heeft gemaakt op de Drentsche Patrijshond. Het aloude adagium "eens een Drent, altijd een Drent" bleek voor mij iig helemaal waar.
Na een persoonlijke keuring (van mij door fokker Jaap Hoeksema) konden we haar op 28 februari 2006 inVan 28-februari-2006 tot 23-april-2017 hadden we het enorme genoegen een geweldige Drent in huis te hebben. Ja, ons leven werd anders, maar het heeft het al-met-al alleen maar enorm verrijkt! (Voor meer Pepper zie hier).
Mooske
Nu, augustus 2018, is het iets meer dan een jaar geleden dat wij "Drentloos" werden. De herinneringen aan Pepper zijn nog zeer levendig, het gemis is er nog steeds maar het is toch weer tijd om aan een nieuwe Drent te beginnen.
En die tweede Drent hebben we gevonden in Oirschot, bij fokker Stefan van Houtum van Kennel de Bolsehoeve. We zijn 3x op bezoek geweest en hebben onze keuze ondertussen gemaakt. Het is "Amalia" ofwel Moos(ke) geworden: een tijdens dit schrijven 6 weken oud pupje dat half-september bij ons gaat komen. We zullen zien hoe dat gaat lopen.
Arjan
Utrecht, augustus 2018