In het lange weekend van 18-22 juli, zouden Brigitte en ik op het huis en beesten van Aletta en Jaap in in Welsum passen. Lekker weer, rust en dus een mooie gelegenheid om eens lekker met Moos en de 13-jaar oude Rottweiler Tippe te gaan wandelen: altijd leuk en goed voor de conditie. De eerste twee dagen was ik er alleen omdat Brigitte op ons huis in Utrecht moest passen: het staat in de steigers en wordt geschilderd.
Maar zaterdagmiddag kwam ze dan toch en heb ik haar heel romantisch opgehaald op het stationnetje van Olst. En omdat Brigitte er nu was, kon ik ook andere wandelingen doen dan alleen maar van en naar de boerderij. Ik kon nu op een plek worden afgezet waar geen auto’s reden zodat ik een langere riemloze wandeling met Moos en Tippe kon maken.
Zogezegd, zo gedaan en Brigitte bracht ons zondagmiddag naar een plek waar een zgn klompenpad een straat kruist. Zo'n klompenpad is niet meer dan een zandpad met wat overtollige stenen en is ideaal voor een wandeling en/of mountainbike-tocht. Dat pad konden we dan helemaal aflopen (90 minuten) , terug naar de boerderij van Jaap en Aletta.
Echter, ik had me vergist in het afzetpunt. Niet dat op de kaart maar wel in de plek waar ik zei: "stop maar, hier is het".
Moos, enthousiast als altijd, wilde direct de auto uitspringen maar ik had haar aan het lijntje dus niets aan de hand. De zwaar hijgende, 13-jaar oude Tippe sprong er ook uit en bleef netjes naast de auto zitten. Gegeven haar leeftijd en algehele conditie vermoede ik van haar geen afwijkend gedrag. Met z'n drieën Brigitte vrolijk uitgezwaaid en op weg.
Echter, na 10 meter hoorden beide honden opgewonden gekakel van kippen die vrij in een bosje tussen de weg en het erf van een aanpalende boerderij lag. Moos trok aan de riem en Tippe stormde eropaf.
Gebrul van mij mocht niets uitmaken. Tippe joeg de kippen door het bosje en een kip vluchte voor hem uit naar de andere kant van de beek. Daar aangekomen wist de kip niets beters te verzinnen dan in het water te springen. Nu zijn kippen geen watervolgels, maar deze slaagde er wonderwel in om al fladderend de 4 meter brede beek over te steken.
Ik probeerde ondertussen de honden te kalmeren (beiden nu aan het lijntje) en liep weg van het Plaats Delict.
Maar ja…… schuldgevoel, economische waarde voor de boer en vooral die kip.
Dus toch maar teruggelopen en de kip gezocht. Na enig speuren zag ik haar. Ze hield zich stil aan de rand van de beek maar slaagde er niet in om op eigenkracht de te steile oever op te klimmen. Wat nu…..?
De riem zo om een paaltje gebonden dat beide honden nu goed vast zaten en naar de overkant gelopen. De oever was echter bezaaid met dik struikgewas vol met struiken, bramen en brandnetels. Nou ja…. Wie A zegt moet B zeggen dus op handen en knieën door het struweel gekropen op weg naar de oever en de kip. Die kip hoorde mij wel aankomen en begon te kakelen en te fladderen: "oh nee, niet wegvliegen!"
Hierdoor sloegen Tippe en Moos weer aan en stonden luidkeels te blaffen aan de overkant van de beek. Dat hielp wellicht want de kip had niet de neiging om weer de beek op te fladderen. Al liggend in de brandnetels kon ik nu mijn hand onder de kip leggen en het beest zo naar boven tillen. Eenmaal uit het water sprong de kip al kakelend en fladderend de struiken in en verdween. Ik kon nu weer terug kruipen: eind goed, al goed en die brandnetelsteken gaan vanzelf weer over.
Ondertussen waren van verschillende kanten mensen naar buiten gekomen, gealarmeerd door al dat lawaai. Maar na een vriendelijke knik en een gemompelde opmerking ("er lag een kip in het water"), toog men schouderophalend weer naar binnen.
De rest van de 7km wandeling verliep rustig hoewel ik bij alle passerende boerderijen voor de zekerheid beide dames toch effe aan een touwtje heb gedaan. Moos maakte ondertussen duidelijk dat het eerder geconstanteerde jachtinstinct er wel degelijk is.
Tijdens de laatste kilometer stond de wind gunstig: kwam uit het westen aanwaaien over de wei en nam zo alle geuren van mogelijke beesten mee. Ze begon als vanzelf te cruisen en sprong op een gegeven moment hoog de lucht in om op haar prooi te duiken. Blijkbaar zat er iets maar Moos had (gelukkig) niets in de bek. De dagen ervoor had ze op die manier al 2x een eend gespot en opgejaagd. Een veldje verderop stonden 12 Ooievaars in de wei en hoewel de vogels duidelijk konden vliegen leek het me geen goed idee als Moos daar achteraan zou gaan: dus weer een touwtje.
Mooi om te zien dat Moos een echte jachthond is, maar wel lastig op dit soort wandelingen.