Ja, dank je wel. Ik zou mijn vraag niet opnieuw overlopen, want dat is al ruim aan bod gekomen, maar ik heb nog een aantal bedenkingen waar ik graag de mening zou hebben van de betrokken spelers. Ten eerste, vroeger was het altijd zo dat de VMSW in feite instond voor de kwaliteitscontrole. Dat is overgegeven naar de SAM's. Vindt u dat een goeie zaak? Of vindt u... Zou u dat liever opnieuw overgegeeld zien aan de VMSW? Dat is één. En twee, een algemene bedenking. Ik denk, faillissement is overmacht. Daar kan niemand aan doen. De SAM niet. En ook private bouwers, een particulier of een projectontwikkelaar, kan daar ook mee geconfronteerd worden. Maar de vraag is eigenlijk, één, als je ziet dat er signalen zijn in de zaak faillissement, welke bewarende maatregelen je zou kunnen nemen. Dat is het eerste, dat er een soort signaallichtje aanhaalt waardoor je misschien toch iets voorzichtiger kan zijn op het veld en meer controle op het veld moet doen. Praktisch denk ik ook die controle op die kwaliteit. In principe is dat de taak van de architect. In elk bouwproject heb je een architect. En die architect, denk ik, heeft de plicht om die kwaliteitseisten op te volgen. Dus mijn vraag is dan eigenlijk ook, hoe verhoudt zich de relatie tussen de architect en de aannemer en de S.A.M. Ik denk, eerlijk gezegd, als ik die krantenberichten lees, inderdaad aan een faillissement kan niemand doen, maar er moet een groot andersheid worden gemaakt tussen enerzijds het faillissement die overmacht is en twee, is het zo dat aannemers zoals we vroeger hebben gezien in de wegenbouw bij overheidsopdrachten de kwaliteitseisen niet respecteren of eigenlijk een beetje, moet je zeggen, malafide zijn in het gebruik van materialen en kwaliteit zodanig dat bij de overheidsopdrachten bij de ISAM eigenlijk de kwaliteitseisen worden Ja, die worden gerespecteerd. En daar, denk ik, is er toch een zeer grote controle, doorgedreven controle, nodig van architecten. Nu, mijn mening, of mijn bedenking, het is een vraag aan u. Als er natuurlijk in design een beeld zit, dan is meestal ook de architect en de aannemer die samen een concept indienen. Dus meestal kennen ze elkaar goed, hebben ze een goede samenwerking. Dat is ook de reden waarom ze samen dat project indienen. zou het kunnen zijn dat daar soms het controlerende van de design op de beeld soms een beetje in gebreken blijft, omdat men toch ook een goede relatie heeft. Hoe gaat het? De architect is blij dat hij werk heeft en de aannemer is ook blij dat hij werk heeft en ze hebben nu uiteindelijk samen het project ingetiend. Mijn vraag is ook, als we zien dat er vandaag 100 sociale huisvestingsmaatschappijen, ik zeg het in ruwe orde, in Vlaanderen zijn, en er worden ongeveer, mevrouw de minister, 3.500 woningen gebouwd, dan reek ik ik, ruw weg, dat er ongeveer per jaar, het is misschien simplistisch, door elke bouwmaatschappij een 35 woningen worden gebouwd. Maar dat is niet zo, de één is keer zo. Ja, oké. Wat ik eigenlijk wil zeggen is, Ik denk, als ze dat nu gewoon zo rudimentair berekenen, dat dat toch moet doenbaar zijn voor een ESM om dan 35 woningen per jaar met een strenge bril op te volgen. Eén gaat misschien drie jaar niet bouwen en dan één jaar honderd bouwen. Want de vraag is ook, als je duizend woningen hebt en je hebt een organigram als ISAM, hoe zit dat dan? Heb je dan ook mensen die de werf gaan bekijken? Als ik zie bijvoorbeeld, dat is in elke werf zo. een private bouwerjonge gezinnen of mensen die aan het verbouwen zijn, is het belangrijk dat je elke dag een keer langs gaat om te zeggen oei oei oei, of dat je toch ook een keer met het gezond verstand de zaken bekijkt. Maar natuurlijk als je weet niet komt en er zijn foto's gebeurd, dan sta je daar. Dus ik denk dat iedereen die dat op een een verstandige manier een aannemer laat verbouwen, ook dicht bij de aannemer staat en toch elke dag een keer het morgen of het avond een keer gaat langsgaan. Het raar is, gebeurt dat ook in een ISAM door iemand van het personeel? Twee, is dat dan een architect of welk diploma hebben die mensen dan en is dat dan ook niet te voorzien als je zoveel nieuw bouw doet en renovaties doet. Dat je bijvoorbeeld in een S.A.M. een soort huisarchitecten hebt. Zoals stedenbouwkunde, ook heel veel huisarchitecten hebben. En dan vier, die relatie met die architect, die ook moet goed opgevolgd worden door het ISAM met de architect. Om bijvoorbeeld te zeggen, wekelijks ga ik ter plaatse. Je kunt natuurlijk niet de architect elke dag ter plaatse zijn, want dat gaat niet. Maar wekelijks bij zo'n grote werk moet je toch een keer iemand passeren, of iemand van het kantoor van de architect, in samenwerking met ISAM, waarbij je zegt, nu zit men in die fase, opgelet daarom. Ik kan niet begrijpen dat men, zoals ik in de krant lees, ziet dat men na een faillissement moet vaststellen dat er een verdiepte hoog is gebouwd. Sorry. Dat is iets... Allee. Daar klopt er iets niet. Dan is het toch een teken dat die architect absoluut zijn werk niet goed heeft gedaan. Of dat er geen goede opvalliging is van weten is dat hemzelf. Dan heb ik nog een vraag. Die misschien een beetje er niet zo mee verband houdt. Want ik zeg een feliciteit en kwaliteit is iets anders. Ook bij een faillissement zijn er toch wettelijke waarborgen. De aannemer moet toch een waarborg stellen bij een speciaal soort fonds. Zijn die waarborgen dan onvoldoende? En twee, na een faillisse mens zou ik ook een keer graag weten, inderdaad, de contracten worden verbroken met de curator. Je maalt hem aan, na veertien dagen moet je beslissen, verbreekt het contract of niet. Maar dan moet je dus, denk ik, een nieuwe aanbesteding doen. Ja, lijkt me logisch. Maar dat, dat denk ik, is in elke werf zo. Als je dat privaat doet, ga je ook moeten een nieuwe aannemer zoeken. En die vertraging, ik denk dat niemand u die vertraging verwijt, dat is overmacht. Het gaat wel over die kwaliteitseisen, want ik denk dat de isaïems er alle belang bij hebben als ze financieel gezond willen blijven, dat die kwaliteit in orde blijft. Waarom? Omdat na een bepaalde periode eigenlijk de huur dan volledig Ten voordeel is het van de ISAM. Als je natuurlijk met een verlagde kwaliteit zit en je moet je huurs spenderen aan allemaal andere zaken of renovaties of oplopwerken, dan komt ook de financiële gezondheid van een ISAM niet ten goede. Dus mijn vraag is eigenlijk nog een bijkoogde vraag die ik heb. Houden ISAMs misschien niet een taak, er ook rekening mee, dat er vandaag een rente is van heel laag. Dat de aannemers ook gemakkelijk kredieten kunnen aangaan. Het is niet alleen de S.A.M. die misschien een krediet moet aangaan om de boog te zetten. Maar ook de aannemer zelf. Dat is ook zo. Als je grote werven hebt, dan hebben enkele grote aannemers heel veel cash. Maar de anderen werken ook met kredieten waar ze kunnen van nemen voor de lopende opzichten. Dat is nu zeer goedkoop. Dus in principe op vandaag zou het eigenlijk goedkoper moeten kunnen zijn met de lage rente en de overbrugingskrediet die ik vandaag kan afsluiten, soms voor een half procent zou het eigenlijk veel goedkoper moeten zijn om vandaag sociale woningen te bouwen dan bijvoorbeeld tien jaar geleden. De vraag is, SM's houden jullie er ook rekening mee om bijvoorbeeld te zeggen, kijk in dat periode schrijven we aan bestedingen uit? Of niet? Want voor mij als vertegenwoordiger van de bevolking, vind ik het heel belangrijk met overheidsmiddelen, dat, zeker als er 120.000 mensen op de wachtlijst staan, dat de timing om een aanbesteding in de markt te zetten heel belangrijk is, want hoe we kopen dat kan doen, hoe meer budget er is voor meelsociale woningen. Dus de vraag is, is dat een politiek bij SAM's? of zeggen van ja, wij doen daar eigenlijk geen rekening mee, wij doen gewoon de praktische gang van zaken, wij steken in en zien dan. Dus dat is eigenlijk ook een, ja, nog een bijkomende vraag. Goed, dankjewel collega Van Volsem. Collegaan Zeeuw. Dank u voorzitter, dank u ook aan de drie sprekers voor een heldere toelichting. Ik heb inderdaad ook een vraag om uitleg ingediend. Eigenlijk wat mij betreft zijn mijn vragen wel beantwoord en ik vind het ook goed dat een en ander hier door de sprekers is rechtgezet. Er is wat stemmingmakerij geweest, maar gelukkig kunnen we allemaal samen vaststellen dat deze zeer vervelende dossiers toch wel de grote uitzondering zijn die eigenlijk de regel bevestigen dat de kwaliteit van onze sociale woningbouw eigenlijk wel goed is. Maar er zijn natuurlijk altijd lessen te trekken in. Ik denk dat het belangrijk is dat iedereen vandaag zijn verantwoordelijkheid zo goed en zo ruim mogelijk opneemt. Ik bedoel maar iedereen heeft een bepaalde autonomie in dit verhaal. Je moet die autonomie dan ook wel gebruiken om je verantwoordelijkheid op te nemen. En dan denk ik bijvoorbeeld aan wat hier ook is gesugereerd. Want ik leer vooral dat het belangrijk is om de huidige wetgeving, bijvoorbeeld diegene van de overheidsopdrachten, dat verschillende actoren die zo goed mogelijk kennen, dat die informatie daarover zo goed mogelijk wordt verspreid. Maar vooral ook, het volstaat niet alleen om de wet goed te kennen, het is nog veel belangrijker om die wet zo goed als mogelijk te gebruiken om dit soort problemen te vermijden. Er zijn hier suggesties geweest, onder andere rond de rechtspraak van ernstige beroepsfouten en dan denk ik Het belangrijkste conclusie die ik hier vanmorgen maak is dat het belangrijk is van ons uit het beleid om toch eens na te gaan hoe we dat soort dingen nog meer kunnen faciliteren dan vandaag al het geval is. Maar ik vind het toch minstens even belangrijk om iedereen te wijzen op zijn eigen verantwoordelijkheid. Maar het is belangrijk om daar rond samen te werken en om elkaars werk makkelijk te maken. Dank u wel, meneer Anseeuw. Meneer de Kort. Dank u wel, voorzitter. Voorzitter, ik zou zowel u willen bedanken als ook de leden van de Commissie om op deze wijze uit debat en de gedachtewisseling omtrent de kwaliteit van sociale huisvesting te organiseren. Ik denk dat deze gedachtewisseling op deze manier eigenlijk ook mee aangeeft en ook met de toelichting die de sprekers hebben gegeven, dat ten opzichte van de berichtgeving die oorspronkelijk hier omtrent werd gegeven, dat er toch wel een hele bijsturing op dat vlak kan worden gegeven. Want als we de berichtgeving toen mochten geloven dan was er een ontzettende slechte kwaliteit van woningen te gevolgen van het ook niet goed functioneren van sociale huisvestingsmaatschappijen. En ik denk dat we dat de mensen die dat zelf eigenlijk nou betrokken zijn bij de sector eerder eigenlijk kunnen zeggen dat het eerder met te maken eigenlijk heeft met toen in die jaren de economische crisis waardoor dat een aantal aannemers die dat weinig ervaring hadden met het bouwen voor sociale huisvestingsmaatschappijen, voor het vullen van hun orders, hun werkorders, zich ook begaven ten aanzien van die markt van sociale huisvestingsmaatschappijen. En daardoor waren al bedrijven die dat moeilijkheden hadden, nog verder in moeilijkheden zijn gekomen. Het is goed dat we daarom trendt hiermee van gedachten kunnen wisselen en dat we mee kunnen aangeven dat sociale huisvesting soms te maken heeft met aannemers die woningen van slechte kwaliteit afleveren. Dat we op dat vlak het beeld ook sterk mee kunnen bijsturen. En ik heb ook met veel interesse geruisterd naar de mogelijkheden die onder de aandacht zijn gebracht. in kader van wetgeving overheidsopdrachten. De wetgeving overheidsopdrachten biedt inderdaad de mogelijkheid om ernstige beroepshouten of aanzienlijke of voortdurende kortkomingen bij eerdere overheidsopdrachten als een uitsluitingsgrond te hanteren. Ik had ook zelf wel het aanvoelen, en het is hier ook nog eens een keer verduidelijk, dat het voor sociale huisvestingsmaatschappijen toch wel soms wat moeilijkheden ondervinden om van deze uitsluitingsgrond gebruik te maken. Dus ik vond de suggesties die hier ook mee zijn naar voor gebracht door het VVH toch wel goede suggesties. En ik denk mevrouw de minister, ik ben eigenlijk interesseerd of dat u zelf, om trend te voorstellen die hier naar voor zijn gebracht, zoals de mogelijkheid van de Vlaamse registers voor aannemers van sociale projecten, of dat u dat ook verder mee mogelijk of wenselijk meeacht. Want ik denk dat dat misschien toch wel een positief voorstel kan zijn, een positieve afronding van deze gedachtewisseling, deze discussies, waardoor er een goed werkinstrument eigenlijk zou zijn voor sociale huisvestingsmaatschappijen, waar ze in de toekomst verder mee beroep op kunnen doen. Ik heb zelf ook gemerkt vroeger, als ik actief was bij de Antwerpse haven, toen hebben wij ook op bepaalde momenten wat problemen eigenlijk had, met het werk van aannemers. Toen hebben we gewerkt met kwalificatiestelsel, wat mogelijk was bij nutsektoren, waardoor we de minder goede aannemers konden uitsluiten en waardoor dat er gemakkelijker voor bepaalde opdrachten, voor herstellingen met haverijen, dat we rechtstreeks prijs konden vragen bij de goede aannemers, waardoor we het kaf van het koren konden scheiden. Dus de mede die suggestie van een Vlaams register van goede aannemers van sociale producten, dat mij dat wel wenselijk lijkt. Dank u wel, collega de Kort. Ik stel voor dat we eerst een mevrouw de minister beluisteren en dan doen we een rondje tussenkomsten van eventueel andere collega's die willen aansluiten. Oké, dank u wel meneer de voorzitter. Nu de vragen om uit te leggen waren inderdaad al beantwoord denk ik door de drie sprekers. Ik ben net zoals collega de Kort en collega Hans Zeewijn en eigenlijk ook collega Van Vossum heeft gezegd, ook wel heel blij. dat de drie sprekers hier vandaag ook de framing die toch wel gebeurd is in de media toch hebben recht gezet, dat er geen fiasco is van de sector, dat de kwaliteit van sociale woningbouw goed is en dat er inderdaad een paar problemen waren, maar dat dat niet een reden is om heel de sector door het slijk te halen, wat toch wel jammer genoeg... En jullie weten ook allemaal dat mediawerken, hoe dat in zijn werk gaat, toch wel een beetje de perceptie is geweest, maar ik moet ook wel zeggen dat aan de dag was dat ook weg. Ik dank ook zowel de VMSW als de VVH voor hun perscommunicatie naar aanleiding van die artikels die zeer positief waren want ik denk dat bij investeren vanuit de Vlaamse overheid massaal veel middelen. U weet ook dat ik bijkomende middelen heb gekregen en ook hebt gegeven deze legislatuur en de legislatuur is nog niet om dus 2019 zal niet anders zijn dan vorig jaar dus wij doen onze inspanningen ik vind het dan heel jammer dat er zo een framing ontstaat in de media dus dank dat u alle drie die framing ook hebt tegensproken Wat de aanbevelingen die hier geformuleerd zijn betreft, gaan we onderzoeken of een bepaalde uitsluiting van aannemers mogelijk is binnen de klassieke aanbestedingen. Er is heel veel gezegd over wie het bevoegdheid is nu, het is federaal, maar we gaan dat wel onderzoeken. Wij zijn er nogal vindingrijk in. Ook het gebruiken van onze impliciete bevoegdheden vind ik altijd wel een leuke. Dus als we federale bevoegdheden toch deels Vlaams kunnen krijgen, ben ik altijd zeer blij. We gaan ook, ik heb al besproken met meneer Voor hier de VMS2 laten we kijken, samen met de sector, op welke manier de overheidsopdrachten doelmatiger kunnen worden ingeschakeld. Ik denk dat dat ook een vraag is geweest. En dan zal het agentschap wonen, en dat is de expliciete vraag van collega de Kort. Het agentschap wonen zal ook de opdracht krijgen om op basis van werelde implici, de bevoegdheden en register voor aannemers op Vlaams niveau op te maken. We vermoeden dat het kan. Ik kan geen honderd procent zekerheid geven op dit moment, want ik mag heel veel mijn impliciete bevoegdheden uitbuitend bij wijze van spreken, maar ik moet wel binnen de lijntjes blijven kleuren. Dus we zullen Agents Japone die opdracht geven. En ik denk, als we zo'n register kunnen aanleggen van aannemers op Vlaams niveau, dat het dan natuurlijk ook veel gemakkelijker is om een aannemer met een bedenkelijke reputatie of een malafide aannemer vanuit dat register te scrapen, zodat dat dan ook duidelijk is voor de S.A.M.' 's met wie je best niet samenwerkt. En dan denk ik, meneer de voorzitter, dat de concrete vragen waren en aanbevelingen die hier gedaan zijn. Dus nogmaals mijn dank aan de drie sprekers om de reputatie van de sociale huisvestingssector terug in een positief daglicht te stellen. Dan kijk ik even naar de drie sprekers. Meneer Fourier, heeft u graag nog een aantal aanvullingen antwoorden die u wilt geven op de vragen die gesteld zijn? Ja, een beetje de vragen van mevrouw Van Vossen. Ik dacht dat ik min of meer iets had gezegd over de mogelijkheden die je hebt op het einde van de werken. Ik zal het misschien nog kort herhalen. Je kunt inderdaad de opleving weigeren. En het is ook zo dat je inderdaad een borg van 5 procent stelt, waar je de helft van... Als je tevreden bent met de voorlopige oplevering, is het inderdaad zo dat je die bocht nog hebt waarmee je dan andere kosten kan betalen. Afhankelijk van hoe groot de schade is, is dat nog niet voldoende. ...moet doen. En wat betreft de spreiden van de investeringen... ...is het zo dat het systeem vroeger... ...was dat je eigenlijk wel een min of meer... ...een cumul van aanbesteding kreeg naar het einde van het jaar toe. Om de budgetten te kunnen gebruiken door het systeem met de deco's... ...de boodingscommissies die om de drie keer per jaar passeren... ...spreid je eigenlijk de budgetten toch over een jaar. Ik denk dat het punt niet is zoals de minister zei, dat de budgetten sterk gehoogd zijn en dat de markt bevraagd wordt om die budgetten ook te kunnen doen. Je ziet dat aan de bestedingen die gebeuren elk jaar, die zijn vrij hoog. Dus het is zeker geen sprake van een bult, maar een hoger niveau algemeen. Ik denk dat ik daarmee de belangrijkste vragen beantwoord. Ja, misschien daar een beetje op voortborddurend. U weet dat wij met jaarbudgeten werken die door de Vlaamse regering gemachtigd zijn. Dus, of... Parlement, excuseer. En natuurlijk, het is heel moeilijk om daarmee te schuiven. We hebben de mogelijkheid om daar twee jaar mee te schuiven, maar dat is maximaal de termijn die wij kunnen gebruiken. Dus we kunnen niet gaan zeggen, de economie trekt aan en de bouw trekt aan. En dan zien we inderdaad in de aanbestedingen, zoals nu de afgelopen maanden, zijn de aanbestedingen een stukje hoger dan dat ze een hele lange tijd geweest zijn. Omgekeerd ook, als het wat moeilijker gaat in de economie en in de bouw, dan zien we dat ze weer wat lager zijn. Het is heel moeilijk om daarop te anticiperen, omdat je natuurlijk het risico loopt dat aannemers gaan inschrijven aan te lage prijzen, waardoor ze probleem op probleem op probleem cumuleren en afloop van tijd failliet gaan. Want dat zal een van de redenen kunnen zijn als je orderboekje gevuld moet geraken. En u weet dat allemaal, in de bouwsector gaat het over productie, productie, productie. Dus als die productie begint te slabakken, dan is dat heel moeilijk om dat systeem van die aannemers in stand te houden. En dan gaan ze vaak wat lager inschrijven om toch voldoende werk te hebben. Dan gaan ze misschien wat mindergoede onder aannemers contacteren enzovoort en zo verder. Beginnen te communiceren via aangetekend schrijven, zoals bij ons in de sector zo. Leuk is, met natuurlijk heel veel gevolgen van dien, dus het is heel moeilijk om die investeringen te spreiden afhankelijk van de economie. Het geld is natuurlijk ook goedkoop voor de bouwsector, het geld is natuurlijk ook goedkoop voor de Vlaamse overheid op dit moment om te investeren in sociaal wonen. Dus dat zal altijd een beetje samen hangen, denk ik. Dus om daar op grote schaal mee aan de slag te gaan, is dat moeilijk. En natuurlijk zijn er ook nog de doelstellingen uit het grond- en pandenbeleid, waarvan ons gevraagd wordt om toch behoorlijk wat productie bij te bouwen tegen 2025. Wat we ook doen, ik denk dat we daar op schema liggen, misschien zelfs wat voor op schema, komen grote renovaties bij, waardoor het timing van sociale woonprojecten in mijn visie vrij moeilijk is. Als het gaat over aannemers die failliet aan het gaan zijn, wat we altijd proberen, maar dat is informeel, is de collega's die daar ook mee werken als we zoiets opvangen, want heel vaak weet heel de bouwsector al wie dat er binnen een paar maanden failliet gaat, om dan toch wel de contacten te leggen met de sociale huisvestingsmaatschappij, om te zeggen, we vangen op dat daar mogelijkerwijs iets aan de hand zou zijn. Maar het is in de lopende werf heel moeilijk. Dus de keuze is gemaakt door een aantal van ons leden in deze twee specifieke dossiers om een overeenkomst met een aannemer waar het faillissement dreigde te verbreken. Maar dat wil natuurlijk zeggen dat er ook een schadevergoeding moet betaald worden door de SAM aan de aannemer. Ze hebben daarvoor gekozen om eigenlijk de jarenvertraging en de jarenprocederen te voorkomen. Dus dat kan. Als natuurlijk, zoals de voorbeelden die Luc heeft laten zien, het dewerf al half klaar is, dan wordt het natuurlijk heel moeilijk. Als het gaat over wie gaat die dan aanpakken als die aannemer failliet is, Louterwettelijk gezien moet een heraanbesteding gebeuren, maar er is een mogelijkheid binnen de wetgeving overheidsopdrachten om omwille van hoogdringendheid toch rechtstreeks iemand aan te spreken. En dat is in een aantal gevallen ook gebeurd. En dan kan bijvoorbeeld gekeken worden naar de andere aannemers die meegedaan hebben in de gunning. Dus het is niet zo dat dat dan een wild vreemde zijn. Wat ook een optie was, maar de twee curatoren zijn daar spijtig genoeg niet ingeslaagd, is om volledig de portefeuille aan een andere aannemer door te verkopen. Maar onweer van de 10-jarige aansprakelijkheid leek dat vrij moeilijk te zijn om iemand te vinden die eigenlijk het werk van iemand anders voor 10 jaar wil garanderen. We hebben daar vrij direct contact gehad met de curatoren. En hij zei van, dus daar zijn concrete gesprekken geweest, maar uiteindelijk heeft dat toch niemand willen doen. Maar bijvoorbeeld de concrete aannemers die in gesprek waren, hebben dan wel een aantal van die werven gedaan. Rickon, waar Luc het daar straks over had, was een van die aannemers. Dus dat wordt zeker wel opgevolgd. Maar natuurlijk ja, de schadevergoeding, die 5 procent, het is ook niet zo simpel om die te krijgen. Het is niet omdat die aannemer failliet gaat dat die banken automatisch die waarnborg aan u gaan storten. U moet hier wel degelijk een aantal juridische stappen zetten. Die verzekeringsmaatschappij, dat was KDC in dit geval, was ook nogal nerveus, want dat ging over enorm veel geld dat zij eigenlijk als waarnborg hadden verstrekt aan die aannemers. Dus het is zeker niet zo dat het een automatisme is, omdat die kunnen failliet gaan met een half afgewerkte werf, maar wat er tot dan gebeurd en betaald is kan eigenlijk wel oké zijn. Het is ook niet altijd dat er grote fouten gebeurd zijn. Sommige werven konden perfect door een ander aannemer afgewerkt worden en dat is natuurlijk al veel moeilijker. Maar het grootste probleem is dat de curator werkt voor de schuldeisers en probeert zo snel mogelijk wat er nog als actief is te verzilveren, maar ook die procedure zo snel mogelijk af te ronden. En dat maakt het natuurlijk heel moeilijk om nog lopende procedures door de aannemer, Het principe kan, een falliciment kan uiteindelijk de zaak verder gezet worden totdat de lopende werven afgewerkt zijn. Maar natuurlijk in de bouwsector en ook in combinatie met de tienjarige aansprakelijkheid gebeurt dat zeer zeldend. Misschien nog heel eventjes over de kwaliteitscontrole. Evident hebben zo goed als alle SIM's, projectmanagers en werftoezichters Ik ga wel eerlijk zijn, de stijl waarin dat ingevuld is, we zijn autonome voor noodschappen zoals we zelf zo graag zeggen, is heel divers. En er zijn een aantal maatschappijen die heel veel bouwen en die drie, vier, vijf burgelijke ingenieur architecten in dienst hebben, die alles opvolgen met veel ervaring in de in de bouwsector of heel goede werfleiders uit de bouwsector in dienst genomen hebben. Maar daar zijn verschillen en daar proberen wij denk ik samen met de VMSW door opleidingen en intervisies en dergelijke een manier te zoeken om daarmee aan de slag te gaan. Het volume is zeer divers. Een voorbeeld van 35 woningen of wat was het, is natuurlijk inderdaad een beetje Kort door de bocht gerekend in zoverre dat bijvoorbeeld woonhaven amper nieuwbouw realiseert, maar enorm veel renovaties doet. Dus die zouden er sowieso ook al moeten bijgeteld worden. En de renovatie is vaak in werfopvolging nog complexer. Maar misschien daar wel zijn meer mogelijkheden om met varianten binnen de wetgeving overheidsopdrachten te werken. Ik denk dan vooral aan een aantal kwaliteiteisen, prestatiebestecken voor aannemers. Dat eigenlijk de aannemers zelf voorstellen aan ons zouden kunnen doen, hoe dat ze een bepaalde wijk of een bepaald gebouw zouden renoveren. Misschien dat dat een aantal interessante inzichten zou kunnen geven. En dan denk ik dat ik grotendeels... Maar het enige wat ik nog misschien afsluiten wil opmerken is dat we denk ik inderdaad ook de expertise die in andere domeinen aanwezig is, dat we die moeten verzamelen. Zoals ik zeg, de procedures die de afgelopen jaren gevoerd zijn bij de Raad van State. waren bijna allemaal van de administratie wegen en verkeer. Dat is ook een Vlaamse administratie. Ik denk dat het toch interessant is, zoals Luc ook gesugedeerd heeft, dat we al die ervaringen bundelen. Want de wetgeving overheidsopdrachten is natuurlijk niet de kernexpertise van elke individuele SAM. En zelfs eigenlijk van het sector in zijn totaliteit. Daar zijn experten. Maar eigenlijk zou die wetgeving en vooral dan de rechtspraak, zowel de Europese rechtspraak als de Belgische rechtspraak, moeten opgevolgd worden en geïnventariseerd worden. Elk nadeel heeft zijn voordeel zoals een bepaald voetballer ooit eens heeft gezegd. Ik denk dat dit dossier ons in gang heeft gezet om alles terug van dichtbij te bekijken. En dat daar die zeer interessante mogelijkheden rond ernstige beroepsfouten uit voortgekomen zijn. En dat we daarmee aan de slag kunnen. En ik hoop dat we daardoor de problemen in de toekomst ook kunnen vermijden. Bedankt. Dank u wel, meneer Malland. Meneer de Smet. Ik heb nog twee kleine aanvullingen rond in eerste instantie design en beeld. De combine tussen aannemer en architect. Dus de design en beeldoperaties die via MSW gebeuren. Daar is het zo dat het ontwerp wordt gemaakt door een aannemer die een architect kent. Dus dat is één gezamenlijke operatie. Maar de werfcontrole gebeurt door een ander architect die wij zelf aanstellen. is eigenlijk aan onze kant een tweede opmerking was nog in verband met de dalperiodes wat we het eigenlijk vooral meemaken dat er serieuze prijsstijgingen zijn dat is in de wegenis aanleg en de omgevingsaanleg zeker nu in deze periode hebben we gisteravond nog een aanbesteding moeten gunnen. Als woningen klaar zijn kun je niet zeggen we gaan nog een jaartje wachten totdat er een dalperiode is in de wegenis. Dus dan heb je echt wel prijzen die 20-30% hoger zijn dan in andere periodes. En het laatste is rond die kwaliteitscontrole. Ik moet zeggen in de werf van Gabicon bijvoorbeeld die wij gehad hebben, Het is eigenlijk een van de redenen dat ze financieel het niet goed deden, juist dat de kwaliteitscontrole zo groot was. We hadden daar niet enkel een architect, we hadden niet enkel nog studiebureaus. Er was ook nog een extern studiebureau aangesteld in het kader van de tienjarige aansprakelijkheid, die ook heel veel eisen stelde en die ook Iedere week naar de werf kwam. Ik ga misschien ook aan de minister nog één term uit ons vakjargon leren, want vorige week was het geen kosten op het serveus. Maar deze week, wat wij ook dikwijls moeten doen, is ons bed erbij opmaken. In sommige fases van een werf is het zo dat je er echt wel best je bed bij opmaakt. Zeker op het moment dat er funderingen gelegd worden. buizerijen onder de grond en zo als dat verkeerd ligt dan is dat heel belangrijk en dat zijn ook de fase waar we veel meer aanwezig zijn op de werf en ook op het onverwachts want dat zijn ze ook van die zaken als je altijd aangekondigd komt ja dan zorgen ze wel dat ze op dat moment niet met een moeilijke zaak bezig zijn. Goed, collega's wie
Time_index | Confidentiality | Speaker |
---|---|---|