Line

MUZIEK. MUZIEK. We zijn nu in de buurt van het gebouw. GEROEZEMOES GEROEZEMOES MUZIEK. MUZIEK. Ja. MUZIEK MUZIEK. MUZIEK. MUZIEK. MUZIEK. MUZIEK Ik ga altijd uit van deze klok en die heeft het bijna 7 uur, dus als ik alle deelnemers mag verzoeken om hun plek in te nemen, alle partijen, dan kunnen we tijdig beginnen. GEROEZEMOES Volgens mij zijn de meeste partijen aanwezig, in ieder geval de partijen die bijna altijd hier aanwezig zijn. Dus ik neem aan dat we de vergadering kunnen openen. Bij deze dus de opening van de stedelijke commissie van 16 januari 2017. Allereerst de afmeldingen. De heer Kantman van de Partij van de Arbeid heeft zich afgemeld, de heer Sanders van burgerbelangen en de heer Kreeft van de VVD. Zijn er nog meer afmeldingen die ik vergeten ben? Zijn er mededelingen uit de raad? BNW? Regio? Euregio niet. Dan ga ik naar de overige vaste agendapunten. Vaststellen van de agenda. Ik zou allereerst zelf als voorzitter een verzoek willen doen bij het vaststellen van de agenda. Aangezien er geen rondvragen is en het altijd zonde is om de tijd te laten verlopen. heb ik het verzoek om meteen aansluitend na punt 4 door te gaan met punt 5 als woordvoerders aanwezig zijn. Kan dat? Ik zie ook de leden van de rekenkamercommissie aanwezig, dus dat moet kunnen. Prima, dan doen we dat. Verder bij het vaststellen van de agenda, kan ik iemand daarover het woord geven, meneer van der A, CDA? Voorzitter, dank u wel. Voorzitter, met betrekking tot agenda.6, memo Centraal Raad van Beroep, aanstaande donderdag hebben wij van 5 tot 7 een bijeenkomst over ondersteuning bij het huishouden, waarbij wij ook deze memo zal worden besproken en er verder gesproken zal worden over hoe het college verdere invulling geeft aan de uitspraak van de Centraal Raad van Beroep. Na de bijeenkomst van aanstaande donderdag zijn er nog voldoende mogelijkheden voor deze raad om nadere invulling te bespreken in de stedelijke commissie en of raad. Door deze memo vanavond te agenderen, doen we dus twee keer hetzelfde wat de CDA betreft. Om effectief te vergaderen, zouden wij NSGD Anders en GroenLinks, die deze memo hebben geagendeerd, ondersteund door de PVDA, willen vragen of ze het agenderingsverzoek nog willen handhaven, gezien de bespreking van aanstaande donderdag, of dat het voor vanavond van de agenda kan worden gehaald. Voorzitter, dit verzoek dien ik ook in namens DS66, Burgenblanken NSGD, VVD, ChristenUnie en de CDA dus. Dankuwel. Dank u wel. Het enige wat ik kan doen is de drie partijen die het reguliere hebben aangemeld om daarna te kijken. Dat is namelijk NSVD Anders, GroenLinks en het Partij van de Arbeid. Ik wens u de agendering te handhaven. NSVD Anders? Ja, dat willen we en dat hadden we ook al aangegeven. Dus het was wat ons betreft overbodige vraag. De heer Kort, GroenLinks, Handhaven. Laat u eerst de PvdA maar even aan het woord, want ik ben niet zelf woordvoerder. Oké. De meneer van de Veilde Partij van de Uit, Handhagen. In aansluiting daarop, ik vind het gewoon zo vreemd om hier in de stedelijke commissie ons mee te overvallen, terwijl dit volgens mij niet nieuw is, terwijl het niet anders is. Dus ik vind het een hele vreemde manier van handelen. Ik vind het ook niet juist om te zeggen, ja, we gaan een, ik noem het maar gewoon maar even een besloten sessie houden, En dan gaan we het maar niet meer in het openbouw spreken. Dat lijkt me de niet de juiste gang van zaken. Dus wat ons betreft gewoon handhaven. Dan concludeerde ik als voorzitter dat de drie partijen die het hebben aangemeld een agendeeringsverzoek regulier aangemeld en regulier op de agenda blijft. Dus wat dat betreft nog verder iets over de agenda. Niet. Dan wordt de agenda zoals blijft. Ik heb dus het verzoek om er een rollende agenda van te maken. Dat betekent ook, mocht schulddienstverlening iets eerder afgelopen zijn, dan krijgen we iedereen vijf minuten van tevoren. Dan kan ook het implementatievoorstel onder steuning van het huishouden aansluitend behandeld worden. Ik heb wel, geef ik u aan, dat we pas om half tien beginnen met het laatste. agendapunt omdat dat in aansluiting is van het randprogramma. Anders zitten weer mensen met een probleem met het randprogramma en die stopt om half tien dus we beginnen met het allerlaatste agendapunt niet voor half tien. Kunt u daarmee instemmen? Dan doen we het als volgt. Nu hebben we over de vaststellen van de besluitenlijsten van de vergadering van 28 november en 12 december 2016 iemand op of aanmerkingen? Niet dan met dank aan de secretaris vastgesteld ga ik naar de toezeggingenlijst. Iemand daarop of aanmerkingen? Oké. Voorzitter? Ja, ik wacht wel even hoor. Ik heb het woord aan mevrouw Futselaar. Over de toezeggingenlijst. Ja, dankjewel voorzitter. Ja, ik heb die vanmiddag toevallig even zitten bestuderen en ik dacht van nou dit is vast een aandachtspuntentoezegging lijst van 2014 ofzo. Of er staan nog zoveel toezeggingen open dat het mij goed lijkt dat we die eens even langslopen en goed kijken wat er allemaal nog toegezegd is, maar niet nagekomen. Bij deze de opdracht voor actualisatie. De secretaris heeft het genoteerd en het zal langsgelopen worden. Dank u wel voor uw alertheid. Ga ik naar agenda punt 3. Oorspronkelijk stond op de agenda het gewenst vaststellen bestemmingsplan Groene Scheg. Aangezien zich in eerste instantie daar een inspreker voor had aangemeld, was dat ook vanzelfsprekend een bespreekstuk. Want als je een inspreker hebt voor een onderwerp, dan hoort dat zo dat je dan een bespreekstuk hebt. De inspreker heeft zich inmiddels teruggetrokken, hij heeft daar ook nog een mail over gehad. Ik zou nu willen voorstellen om het alsnog als hamestuk op de agenda te zetten van de eerstvolgende raad. Kijk ik rond, is dat akkoord? Dan betekent dat gewijsd vaststelling bestemmingsplan Groenenscheg 2016 nummer 1600095219 gaat als hamestuk naar de eerstvolgende raad. Ga ik naar de rondvraag. Er zijn geen vragen ingediend. En dan geef ik nu even de tijd voor de woordvoerders over het Conclusies Rekenkameronderzoek om hun plaats in te nemen. En we gaan daarna meteen door met de vergadering. Dus ik vraag de woordvoerders voor agenda.5 om hun plaats in te nemen. Dat was weinig wisseling. Dus dan gaan we over naar het... Ik mist inderdaad de wethouder, de portefeuillehouder. Het gaat over het rekenkamerrapport, maar er is natuurlijk ook een brief over dit onderwerp door het college erbij geleverd. Dus het is inderdaad wel handig als we de betreffende wethouder, Meneer van Luttekhuis, u weet waar die is? Geen idee, maar wij kunnen wel zonder deze wethouder. Dus met ons wethouder gaan we verder. In ieder geval, ik zie al dat meneer Ten Verge even belt, want de portefeuillehouder is wethouder Welman. En die komt eraan, dus het is normaal dat we daar even op wachten. Ja, dan ben ik bang dat er toch wat communicatieprobleem, of in ieder geval, we hebben het in ieder geval, dacht ik wel gecommuniceerd, in ieder geval met de leden van de rekenkamercommissie. Het zijn altijd richttijden dat we eerder zouden beginnen, maar dit heeft de wethouder helaas niet bereikt. Maar ik neem aan dat hij in het huis is en dat hij zo binnenkomt. Ja, ja, ja. U bent van harte welkom. Het bericht was wel naar u toegestuurd, maar dat we een rollende agenda zouden hebben. Maar we zijn blij dat u er bent. Een rollende agenda betekent dat we van het een zo doorgaan naar het andere. Maar we zijn blij dat u in het huis was en dat het zo snel komt. Agenda punt 5. Voor u ligt het raadsvoorstel Conclusies, rekenkamer, onderzoek, schuld, dienstverlening. en ook een brief de reactie van het college op de aanbeveling van de rekenkamercommissie. De samenwerkende rekenkamers van Almelo, Borne, Enschede en Hengelo hebben onderzoek gedaan naar schulddienstverlening in de gemeentes Almelo, Borne, Enschede, Hengelo en Aldenzaal en naar de uitvoering bij de Stadsbank Oost-Nederland. De raad wordt voorgesteld om de conclusies en aanbevelingen uit het rekenkamerrapport schulddienstverlening nare bekeken over te nemen. Dat is het voorstel in het raadsvoorstel. Ik begin daar en ik ga die kant langs. Begin ik bij meneer Overink, Burger Belangen Enschede. Dankuwel, voorzitter. Allereerst willen wij als Burger Belangen Enschede onze dank uitspreken richting de rekenkamer en de onderzoekers. Dank u voor het rapport. Als burgerblangen hebben wij met enkele andere partijen de zon destijds aangedragen als onderzoeksthema, gezien de vele verhalen die we de afgelopen jaren voorbij hebben zien komen en dit ons zorgen bade. Amper bekomen van de schrik van het Berenschot rapport enkele jaren geleden is de cultuur op de werkvoer aanzienlijk verbeterd, begrepen wij van enkele werknemers. Echter de kwaliteit van de dienstverlening blijft een probleem. Tal van praktijkvoorbeelden kan ik opnoemen van cliënten, werkgevers en curatoren. die geen goed woord over hebben over de dienstverlening van de Stadsbank. En niet alleen wij als burgerbelangen constateren dat, maar met ons ook dit rekenkameronderzoek en de Nationale Ombudspan die op 19 december jongsleden haar rapport over de zon heeft uitgebracht. Gezien de maatschappelijke functie die de Stadsbank heeft, is het teleurstellend dat zij wederom negatief in de spotlight staan. Wat burgerbelangen betreft is nu dan ook de raad aanzet, ondanks dat het een collegeregeling is. Het raadsvoorstel. Zoals eerder aangegeven kunnen wij ons volledig vinden in het voorliggende raadsvoorstel en zullen we hier dan ook mee instemmen. Over enkele aanbevelingen wordt al jaren gesproken in deze raad. Echter, het college is hierin niet vooruitstrevend gebleken. Vandaar dat nu ook de raad aanzet is om het college duidelijke opdrachten mee te geven. Dit tot de vredeheid van onze fractie. Immerig staan, gezien de maatschappelijke functie en de beoogde effect van deze dienstverlening voor ons op de eerste plaats. Met dit raadsvoorstel zijn wij van mening dat hiermee ook de dienstverlening van de SON zal verbeteren. De reactie van het college in de brief van 22 december vonden wij bedroefd en zelfs teleurstellend. Voorzijdend inzicht ontbreekt en er is weinig empathie, zo maken wij op uit de brief. Een van deze punten zal ik vatten in een vraag, voorzitter. Kan de wethouder aangeven hoe het staat met de effectiviteit van de Staatsbank? Deze vraag stellen de voorzitter bedenk ik mij opeens dat ik deze vraag als raadslid met mijn controlerende taak helemaal niet kan stellen aan deze wethouder. De wethouder is namelijk opdrachtgever, opdrachtnemer en voorzitter van het bestuur als het om de Stadsbank gaat. Als ik deze vraag stel aan de opdrachtgever in het licht van het Regenkamerrapport of het rapport van de Omwitsman kan de opdrachtgever dan wel kritisch zijn naar de opdrachtnemer. En welke druk staat de opdrachtgever op de opdrachtnemer? Voorzitter, u voelt het vast wel aankomen, dit is geen houdbare situatie. Als burgerbelangen een slecht zijn wij dan ook content dat het raadsvoorstel voorziet in de scheiding van de rollen, zoals dit bij tal van gemeenschappelijke regeling al gebruikelijk is. Immer staan wij voor goed bestuur. En daar past een dubbele pettencultuur niet in. Wat burgerbelangen betreft wordt na het aannemen van het raadsvoorstel dit gelijk in gang gezet. En zoals gebruikelijk zal de wethouder van financiën plaatsnemen in de gemeenschappelijke regeling wat ons betreft. Voorzitter, misschien kijk ik soms een klein beetje te veel door mijn ondernemersbril. En sla ik daarom stel achterover als ik lees, en dan citeer ik even uit het stuk. Daarnaast wordt er gekeken naar de effectiviteit van de dienstverlening. Daar willen wij als NSB en de SON bij aansluiten. Ook landelijk gezien zijn er geen cijfers bekend. Voorzitter, juist als bestuur wil je toch weten wat de effectiviteit is. Hoeveel cliënten keren er terug? Hoeveel mensen zijn er duurzaam geholpen? Wat is de doorlooptijd van een traject, et cetera, et cetera? Dit is management informatie waarop dient te worden gestuurd. De vraag is dan ook aan de wethouder, wat hebben wij al die jaren gedaan en waar is het op gestuurd? Voorzitter, juist als bestuur, bij een aantal aanbevelingen is als reactie te lezen, dat voeren wij al uit. Maar als de SOM het al uitvoert, en het staat ook nog eens als aanbeveling vermeld in het rekenkameronderzoek, waar zit dan de crux? Waar zit er dan iets scheef? Zijn er misschien meer middelen of mankracht nodig om het beleid beter uit te voeren? Graag een reactie van de wethouder. Afrondend, voorzitter. Onze fractie blijft bezorgd gezien de geschiedenis van de SOM en de tal van praktijkvoorbeelden die wij als partij ophalen uit de samenleving. Gezien de aard van de dienstverlening vinden wij dat er ten alle tijden behoorlijk en zoveel de dienstverlening dient te worden uitgevoerd. Immers is het nu meerdere malen voorgekomen dat wij als raad achteraf worden geconfronteerd met feiten waar wij van mochten verwachten dat ze eens goed zouden zijn geregeld. Helaas laten verschillende rapporten wat anders zien. Als burgerlange NCD overwegen wij dan ook de komende raadsverradering te komen met een abonnement om een toevoeging te maken om te kijken of er desnoods een extern toezicht nodig is, ondanks het een college regeling is. En dat voor de periode, zolang het nodig is. We weten nog niet precies hoe we het willen invullen en of het ook echt nodig is om in te vullen. Dat horen wij ook graag van de wethouder hoe hij daarover denkt. Mocht wij het toch nodig vinden, een amendement, dan zullen wij in gesprek gaan met de overige raadsfracties om te kijken hoe we daar invulling aan kunnen geven. Dank u wel, voorzitter. Dank u wel. De heer Nijhuis, VVD. Dank u, voorzitter. Ja, voorzitter, ik treed vanavond in Gewijsden voor de heer Kreeft, zoals bekend. Ik heb van de heer Kreeft een stuk ontvangen, die ik een klein beetje heb ingekort, omdat er heel veel ook samenvattingen staan, die ook in de rapporten te lezen zijn. Allereerst sluit ik me bij de eerste spreek aan, qua dank naar de gezamenlijke rekenkamers en in het bijzonder de rekenkamer Enschede. En ik zal me beperken tot de opmerkingen in de vragen voornamelijk. De verbeteringen die zijn geconstateerd bij het schulddienstverlening betreft natuurlijk de gemeenschappelijke regeling van 22 gemeenten. En vanuit de BMC-onderzoek is er dus een gemeenschappelijke reactie gekomen vanuit Almelo, Borne, Hengelo, Enschede, de rekenkamercommissies en de Raad van Onderzaal. Dan volgde de samenvatting die u ook kunt lezen in het eindrapport van de gezamenlijke rekenkamers. En dan schrijven wij vervolgens hieruit zijn voorstellen ter verbetering naar voren gekomen, waarbij de enste deze rekenkamer aan vullende punten heeft genoemd. De verbeterde voorstellen zijn uiteindelijk in een raadsvoorstel gewerkt namens de rekenkamercommissie en op basis van de initiële vraag van onze raad. Het raadsvoorstel is op de aanbevelingen gebaseerd in ons inzins helder. Ik kan u ook nog de voorstellen in het raadsvoorstel voorlezen, maar dat zal ik niet doen. Wel kan ik u melden dat wij ons kunnen verenigen met de inhoud van het Raadsvoorstel. Maar dat laat onverlet dat wij toch nog aan het eind een aantal opmerkingen en vragen naar de redhouder hebben. En die wil ik bij deze toch even stellen. Eén zien we bij punt 3a en daar reist bij ons de vraag in hoeverre worden de ex-ondernemers meegenomen en hoe ziet de relatie met het ROZ hier? En bij 3b is het niet niet de logische en handigste oplossing om de wethouder financiën eventueel het voorzitterschap te geven vanuit deelneming. Want dan blijft de wethouder welman, die nu de skeptus waard, daarnaast ook vanuit het college de inhoudelijke spreekbuis. En dan heb je het pettenprobleem ook niet meer in die mate zoals die nu ligt. En wat betreft de reactie en het brief van de college hebben wij toch nog het volgende. Men neemt alle aanbevelingen over, behalve die met betrekking tot het 2-pettenprobleem. En gezien de laatste berichten met betrekking tot SON, naar aanleiding van het ombudsmanonderzoek, staat deze natuurlijk wel in het nieuws, dus vandaar dat een zuiverde oplossing wat ons betreft voor de aansturing is via bijvoorbeeld onze wethouder Financiën een acceptabele en pragmatische oplossing kan zijn. En dan heb je hem snel ingevuld. Het is natuurlijk goed dat we dit onderwerp nu zo transparant behandelen, want de mensen in de schuld hulp verdienen het ook. Maar de vraag is dan, verwachten wethouder nu nog bijzonderheden ten behoefte van te implementeren aanbevelingen? En de andere vraag is, wat is de reactie hierop? van de Stadsbank. En hoe zit het met de hulpbehoevende ex-ondernemers, zzps, et cetera? Lopen hun belangen dan ook mee in de aanbevelingen? Dat zijn de belangrijkste vragen die bij ons leven. Dank u. Ik zou toch even een onderscheid willen maken. Dit is geen raadsvoorstel die opgesteld is door de wethouder. Dit is een R-voorstel. Dus dat is ons eigen voorstel opgesteld door onze eigen rekenkamercommissie. Dus als er vragen zijn over het raadsvoorstel, dan wordt die beantwoord door de voorzitter van de rekenkamercommissie. Want het is dus niet zo dat de wethouder dit raadsvoorstel heeft opgesteld. Dus als er vragen zijn over de inhoud van het raadsvoorstel, dan gaan die richting de voorzitter van de rekenkamercommissie. Dan wachten we dat antwoord af. Meneer Ten Verges, CDA. Dank u wel, voorzitter. Nou fijn dat het rekenkamer onderzoek met de nodige aanbeveling er nu ligt. We hebben daar eind vorig jaar in Almelo al kennis van genomen en waarvoor voor dank ook voor die toelichting. Maar ja, het onderliggend rapport van BMC heeft wel erg lang op zich laten wachten. En ik kan me nog de irritatie van de voorzitter ook daarover herinneren in Almelo. En volgens mij zou je ook nog gaan praten met BMC. Dus ik ben wel benieuwd wat de oorzaak is geweest, waarom dat zo lang heeft moeten duren en welke lessen. over dit trage proces door de Rekerkamercommissie getrokken worden. De Raad heeft in 2012 een beleidskade voor dit thema vastgesteld, maar niet altijd op basis van de jaarverslag van de Stadsbank de relatie met de doelen gelegd. En de goede informatie ontbrak daarvoor. Dat is ook in het rapport blootgelegd. Mooi dat het college de meeste aanbevelen van de Rekerkamercommissie overneemt. Maar ik ben toch wel heel benieuwd wanneer we straks de eerste beleidsrelevante informatie mogen ontvangen. Het CDA wil bijvoorbeeld graag weten welke percentage van de SOM-clienten binnen twee jaar weer terugkeert of hoe succesvol is de SOM in de begeleiding van haar cliënten. BMC constateert dat door de dubbele petten van de bestuurders, de collega's hebben het ook al aangekaard, de gemeentelijke controle in de weg kan staan. Mijn vraag is wel aan de voorzitter van de Rekenkamercommissie of daar voorbeelden van te geven zijn waar dat een probleem is geweest. Het college neemt het advies uit te zien aan een onafhankelijke voorzitter van de SON niet over. Hoewel hier sprake is van verlengd lokaal bestuur en een college verantwoordelijkheid, zou ik toch graag een toelichting van de wethouder willen waarom het huidige construct geen bezwaar hoeft te zijn. We zijn benieuwd naar het nieuwe beleidskade. voor de schulddienstverlening, en met name de belangrijke rol die vrijwilligers daarin spelen. Ik onderbreek u even, want ik heb een interruptie door de heer Overink. Dank u wel, voorzitter. Voorzitter, meneer Teverte. Zoals u weet heeft de wethouder in dit geval drie duppelijke wet op, als opdrachtgever, opdrachtnemer en als voorzitter van bestuur. Wilt u dan antwoord op zowel opdrachtnemer als Voorzitter, hoe hij daarover denkt, of alleen als opdrachtnemer? Meneer de Verget. Nou, ik heb daar geen beperking in. De wethouder heeft zelf aangegeven dat het geen probleem moest zijn. Ik wil er graag toegelicht zien waarom dat construct, zoals het nu is, zowel voorzitter van DB, AB als opdrachtgever, dat dat kan functioneren. Dus ik wacht even wat de wethouder daarover gaat zeggen. Nou, ik was begonnen over het beleidskade voor de schulddienstverlening. Het CDA hecht zeer aan een gezamenlijke verantwoordelijkheid binnen de samenleving en vrijwilligers hebben daarin een onschatbaar waarde. Begin april zal dit beleidskade in deze zaal aan de orde komen, hebben we uit de stukken kunnen vernemen. Ten slotte zijn we blij dat de aanpak van schuldpreventie, met name via de scholen, voortvarend wordt opgepakt. Immers voorkomen is nog steeds beter dan genezen. Ik dank u wel. Dank u wel, de heer Tecklenberg, ChristenUnie. Ja, dank u wel, voorzitter. Voor ons ligt het rapport met betrekken tot de schulddienstverlening opgesteld in opdracht van de gezamenlijke rekenkamers Almelo, Borne, Hengelo, Olszal, Enschede en een reactie van het college hierop. Met daarin beschreven de conclusies en de aanbevelingen. Voordat willen wij onze tevredenheid uitspreken over de samenwerking tussen de vijf genoemde rekenkamers die door dit rapport hebben geleid. Het laat zien dat de samenwerking tussen de rekenkamers ook op deze wijze niet alleen leidt tot meer efficiëntie bij het uitvoeren van de onderzoeken, maar ook deze kruisbestuiving ook een impuls geeft voor de rekenkamers in de toekomst door een betere samenwerking. Het is goed om te lezen dat rekenkamers hier ook zelf tevreden over zijn. Dan het rapport. De conclusies en de aanbevelingen. Het rapport heeft een goed beeld van de huidige situaties met betrekking tot de schulddienstverlening zoals die door de Staatsbank Oost-Nederland wordt verleend. We willen ons hierbij vooral richten op de conclusies en op de aanbevelingen zoals die in het rapport naar voren komen. Wat ons betreft springen er dan een aantal bovenuit die betreffen met name het gebrek aan inhoudelijke stuurinformatie die de gemeenteraad in staat moet stellen kaderstellende en haar rol en de controlerende rol adekwaard in te vullen en het ontbreken van de voldoende inzicht in de aard en omvang van de doelgroep. Terecht ligt het rapport van de rekenkamer hier de serre vinger op en wordt opgemerkt dat ook de gemeentenradigen zichzelf niet altijd in de juiste positie brachten bij de uitvoering van hun toegewezen taken. Daarnaast wordt in het rapport opmelding gemaakt van een te strak keurslijf wat betreft de beleidsregels en de financiele kaars die de Stadsbank te weinig ruimte bieden voor maatwerk en samenwerking binnen de keten van een schulddienstverlening. Het rapport doet hier een oproep om hier meer speelruimte te geven aan de Staatsbank. Op zich een oproep die op onze ondersteuning kan rekenen. Tegelijkertijd moeten we niet over het hoofd zien dat de vraag naar meer maatwerk nog meer behoefte aan adekwaard inhoudelijke stuurinformatie doet toenemen. De opmerking over de zogenaamde dubbele patentproblematiek rond de algemeen bestuur en de dagelijkse bestuur van de Staatsbank delen wij. Dit zou je vanuit goed bestuur principeel anders moeten regelen, ook al doen ze zich op dit moment geen directe grote problemen voor. De aanbeveling voor meer inzet op preventie en op de nazorg ligt ook in lijn met de wens van de minister en kan ook onze goedkeuring vinden. Dan nog een reactie op de reacties van de college en de burgemeester en wethouders. Het is goed om te lezen dat het college de conclusies en de aanbevelingen uit het rapport in grote meerderheid overneemt terwijl deels al heeft geïmplementeerd. Het college geeft aan de aanbevelingen uit het rapport ook mee te nemen in de nieuwe beleidskaars die in het voorjaar aan de raad voorgelegd zullen worden. Wij zullen dan ook op dat moment zeker


stedelijkecommissie-17jan2017.ogg
 0.0
Time_indexConfidentialitySpeaker